Het is zes augustus. Half twaalf. Volle maan. Op de fiets door de stad ben ik onderweg naar huis. Het is heerlijk koel in de stad na een drukkend warme dag. Juliette smste dat het rustig is in de buik. De uitgerekende datum is morgen. En niets wijst er op dat Fritsje zich gaat houden aan wat onze verloskundige heeft berekend. Het is nu overdag bloedje heet en Juliette houdt zich koest. Achter de ventilator die zich suf draait. Ook buiten is nog wat vertier te vinden. Alle terrasjes in een straal van drie minuten waggelen zijn afgeweken weken verkend.
Aan de verzameling kussens die op de bank ligt is te zien dat Juliette daar haar vast honk van heeft gemaakt. Ondersteund door vijf of zes kussens krijgt de buik voldoende steun, worden de banden niet nog verder belast en ontstaat er een nestje dat doet denken aan prehistorische tafeleren waarbij de evolutionair ingebouwde nesteldrang blijkbaar vele generaties DNA is meegebakken…
Vanaf morgen is het geen aftellen meer. Dan wordt het optellen. Hoeveel dagen ‘te laat’…