De f en de v blijven nog wat achter. In de keus voor broodbeleg, dat met verve en eigenhandig wordt gestrooid, komt dat duidelijk tot uiting. Mette kan met een priemende vinger het juiste broodbeleg naar haar boterham dirigeren. Wanneer ze dat met geluid ondersteunt klinkt het ‘grokken’.
In een beknopt lesje logopedie probeer ik de blazende v te activeren. De blaas komt, maar de aansluitende l resulteert vooral in twee geklemde lippen. Zodra de boterham bestrooid is, gaan die gretig open. Grokken dus!