Mette is apetrots op haar nieuwe laarzen. Felgroen paradeert door de zomerse buien en plassen. De trotse blik die ze meebrengt vanuit een regenbui doet iedere wolk verdwijnen. Totdat we deze ochtend voorstellen haar laarzen aan te doen. Protest. ‘Nee’ in vele talen en toonaarden. We kijken elkaar verbaasd aan en dringen nog eens aan. Je mooie groene laarzen, dat is toch gaaf, fijn, stoer, mooi en nog meer.
‘Nuhuh’, het draait, zo blijkt even later, niet om gaaf, fijn, stoer of mooi. Ze zijn nu vies. Mevrouw wenst niet op vieze laarzen naar buiten te gaan. Met de belofte de laarzen vanavond te zullen poetsen stemmen we de prinses tevreden en trekt ze haar laarzen aan. Vies wel te verstaan.