We zijn op camping Mettemburgh. Na drie nachtjes is dit onze laatste dag. Het weer is super en na het ontbijt wandelen we naar de skelters. Tjsa, een meisje van 50 weken heeft eigenlijk nog niet zoveel te zoeken op een grote stoere skelter. Ze kan niet bij de trappers, maar als we de stoel goed aanschuiven is het stuur binnen handbereik. Dat vormt ook gelijk een hoognodige houvast. We zetten koers over het nog natte gras.
Op de skelter rijden we naar de schapenstal van boer Gerard. Daar staan in vier kooien de Suffolkschapen. Het is een geblaat vanjewelste, want bijna voedertijd. We zijn hier voor de tweede keer en Mette is nog steeds onder de indruk van het luide geblaat. Wanneer ik door mijn knieƫn ga en we de schapen van dichtbij bekijken tonen de schapen kort hun aandacht. Het eten is toch belangrijker op dit moment.
Zodra we langs drie kooien zijn geweest, komen we bij de kooi met de kleinste schapen. Wanneer ik hier door mijn knieen ga en we oog in oog staan met een aantal nieuwsgierige schapen blaat een van de schapen wel erg luid. Mette schrikt en schuift van schrik bijna van mijn been af. Geschrokken ogen staren de dader aan. Verder geeft Mette geen kik.
In een voedergoot langs de kooi kan Mette staan en zichzelf vasthouden aan de buizen van het hekwerk. Dat is een kolfje naar haar hand. Enthousiast slaat ze het tafereel gade met al die schapen onder handbereik. Met een hand hooi aan haar voeten weten de schapen haar te vinden. Er wordt wat aan de broek en trui van Mette gesnuffeld en af en toe treft een natte neus haar hand. Die trekt ze onwennig weg. Wanneer een schaap plots luid blaat reageert ze ad rem: boeh! We moeten allebei hard lachen. Het schaap schrok blijkbaar ook een beetje want die laat zich voorlopig niet meer zien.
Wat een stoere foto’s van ons “boerenland-meisje”!!