Zaterdagochtend. De wekkerradio hupt vrolijk van 05.20 naar 05.21. Vanaf Mette’s kamer klinkt al even een geknor en gekraai. Dan valt er een speen uit haar bed op de houten vloer: Tok! Binnen twintig seconden de volgende: Tok! Dat is het moment om een zacht huiltje in te zetten. We herkennen het patroon ondertussen. Aanvankelijk dachten we slim te zijn door een tweede speen in haar bedje te leggen. Zielig tenslotte als ze het zonder speen moet stellen. Mette heeft het anders opgepakt en lijkt het nu als instrument te gebruiken om ons duidelijk te maken dat ze echt wel weet hoe ze ons aan haar bed moet krijgen.

Ik zeul me vermoeid uit mijn bed om haar de twee spenen aan te reiken. Zodra ik de deurklink roert, stopt het huiltje. Ik beeld me in dat ze grijnst: “Gelukt.” Na wat lieve woordjes accepteert ze de spenen retour. Ik rol terug mijn bed in. Stipt 14 minuten later is het Juuls beurt. We kunnen kiezen, zo overleggen we kort:  “Bij ons in bed en hopen dat ze daar in slaap valt, of spenen terug, en hard hopen dat we niet tot zeven uur doende zijn met heen en weer lopen.” We besluiten dat we Mette niet belonen met een plekje tussen ons in. En dat lukt. Juul raapt de spenen op en 10 minuten later is het weer muisstil. Juul slaapt tot 06.50. Precies het moment dat ik deze blog eindig.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.