Op volle dorpspleinen en gescheiden door hagen of grote afstanden roepen Juul en ik elkaar soms aan met een luid Oelie-oelie. Voor ons beiden herkenbaar, wat ongedefinieerd voor omstanders en ondertussen ook voor Mette herkenbaar. We voorkomen ermee dat we elkaars namen luid moeten schreeuwen en het heeft zich al vaker als succesvol bewezen.
Vandaag zitten we aan het riviertje le Doux en passeren en op tweehonderd meter afstand mensen op de velorail. Vanaf onze handdoek waar we genieten van de zon, chips en rozijnen verhef ik mijn stem om contact met hen te maken: “Oelie-oelie”. Mette reageert wat nuchter en verbaasd: “Papa, mama is hier.” En terwijl ze naar Juliette wijst die achter me op de handdoek zit, leest ze me de les: “Niet pesten papa.”